De voorbije weken vlogen voorbij. Door verlengde weekends en ongeplande vrije dagen nam ik nogal veel vakantie, moet ik beschaamd toegeven. Het stereotiep van de buitenlandse student leek ik de laatste weken echt waar te maken: veel plezier en veel vakantie. De Sierra (bergregio, onder andere Quito) had een week geen school. We hadden een kamp uitgewerkt met mijn team, zodat de leerlingen elke dag een plaats hadden om naartoe te gaan en zich te amuseren. Niets schools deze keer: schattenjachten, sportcompetities en knutselactiviteiten voor groot en klein. Jammer genoeg is het momenteel heel krap qua geld bij Cenit. Normaal kregen we steun van een organisatie, maar deze maand kijken ze na of ze nog steeds deze steun willen geven. Hierdoor was er geen geld voor ons kamp en was er al tweemaal geen middageten voor de leerlingen. We draaien nu op de goede wil van supermarkten en mensen. Gelukkig is de veertigdagentijd ook begonnen en in het religieuze Ecuador betekend dit dat steun uit onverwachte hoeken kan komen. De plotse verplichte week ‘vakantie’, vulde ik in door te werken voor school, te helpen in andere centra van Cenit en de Costa te verkennen. In het centrum van Camal verschoot ik van hoe anders alles was. Het programma is hetzelfde als het mijne, maar de invulling en setting is heel anders. Hun lokaal heeft veel meer donaties en sponsoring gekregen, waardoor de kinderen spelmateriaal hebben. En veel. De kinderen zijn ook anders, ondanks dat ze uit dezelfde achtergrond komen. Ze zijn veel affectiever en vertonen minder probleemgedrag. Gelukkig, want er waren er 45 die dag. In de Costa (kustregio) van Ecuador maakte ik mijn eerste nacht meteen een aardbeving mee. Ik begreep niet wat er gebeurde, dus draaide mij nogal geïrriteerd om in bed. Ik dacht dat de bovenburen hun wasmachine en droogkast tegelijk hadden opgezet. Blijkbaar was het een aardbeving van 5,5 op de schaal van Richter. Niet heel heftig, maar het epicenter lag gelukkig landinwaards, anders had ik ook nog een tsunami meegemaakt. De dag erna waren er legerboten in de zee om ons eventueel te evacueren indien de naschokken een tsunami veroorzaakte. Een beetje spannend, moet ik toegeven. Daarna reisde ik door naar Guayaquil: de meest bevolkte stad van Ecuador. De mensen zijn hier het meest vrijdenkend en je kan er het langste feesten. De bars in Quito sluiten om 1-2uur ’s nachts, in Guayaquil rond 4uur. Ik was echter uitgeput, dus had na de toeristische stops geen energie meer om nog te dansen. Daarna vervolgde ik mijn reis richting Cuenca, hier vind je het andere uiterste van Guayaquil. Cuenca is heel religieus, proper en veilig. Mensen laten hun kraampjes met goederen onbewaakt achter. En niemand steelt wat?! Cuenca wordt ook wel het Athene van Ecuador genoemd, door de Griekse uitstraling van enkele kerkjes. Ze hebben ook blauwe daken. Hier migreren veel buitenlanders naartoe, waardoor de prijzen enorm stijgen. Zoals je hoort was het een drukke driedaagse. Ecuador is enorm groot. Tijd en afstand is anders hier. De reistijd tussen al de plaatsen lag tussen 6-10 uur in de bus. Bijna een week later was het al carnaval. Hier vieren ze dat door iedereen nat te maken en hen daarna met eieren en meel te bekogelen. Aangezien ik dankzij de scouts wel weet hoe dit voelt, maakte ik van deze dagen gebruik om de derde en laatste regio van Ecuador te verkennen: de Oriente. (amazone) Na een reis van 12uur kwamen we aan in de warme Oriente. Ik beschermde mij met muggenspray, maar de muggen waren er hardnekkig en staken mij toch overal. Ondanks de jeuk, was dit een fantastische ervaring. Ik zag meer dieren dan ik had durven dromen, bezocht een inheemse stam en leerde piranhavissen. Daar ben ik ook goed in blijkbaar. De reis oversteeg mijn verwachtingen en was het prijskaartje helemaal waard. Nu ik Ecuador in een notendop verkende, heb ik de smaak echt te pakken. Ik krijg meer uitnodigingen dan ik tijd heb. De maand maart is heel druk omdat meerdere deadlines wel echt beginnen te dringen nu. Ik ga mij dus eerst even bezighouden met deze, voor ik verder op verkenning trek. Maar ik kan nu al met zekerheid zeggen: ik zou hier nog een paar maanden langer kunnen blijven. Wat een fantastisch land!
1 Comment
Twee weken vlogen alweer voorbij. Quito is intussen mijn tweede/derde(?) thuis geworden. Na een vermoeiend maar zalig weekendje weg, was het enige dat ik wou terug thuis zijn en samen met mijn huisgenoten koken, eten en rusten. Het openbaar vervoer in Ecuador is regelmatig, goedkoop, maar ingewikkeld voor een buitenlander. Of voor iemand met weinig oriëntatie, zoals ik. Altijd wanneer ik er alleen op uit trek, loop ik verloren. Toch blijft het een hele beleving: voor 25 cent kan ik overal in Quito naartoe. Dat is wat anders dan 5,50 euro te betalen om 20 minuutjes naar Gent te rijden. Vanuit de grote noordelijke en zuidelijke terminal kan je dan weer naar alle andere steden en landen in de buurt. Ik betaalde voor een busrit van 3uur 2$30. Geen geld dus. Buschauffeurs kunnen enorm goed rijden en scheren rakelings langs elkaar. Langs de bergflanken rijden is ook geen probleem. En aangezien je hier als voetganger de wet van de snelste moet volgen, lopen alle voetgangers over drukke banen tussen auto’s door. De auto’s of bussen toeteren zodat je zeker snel genoeg weg bent, en anders word je overreden. Ik kan mij nog niet goed bewegen in het verkeer, mijn leerlingen op mijn stageplek leiden mij en zuchten ‘Juf… waar blijf je toch?’. Zelfs straathonden bewegen zich flexibeler dan mij. Gelukkig heb ik meestal wel iemand naast mij die mij aan de kant duwt wanneer ik weer even loop te dromen en een auto geen aanstalten maakt om te remmen voor mij. Deze transportbedenkingen maakte ik onderweg naar mijn stageplek. Elke dag zit ik 30 minuten heen en 30 minuten terug op de bus. Verrassend genoeg lijkt het niet lang. Aangezien ik mijn gsm best niet uithaal op de bus (ze durven deze uit je handen te stelen), moet ik verplicht even nadenken en wegdromen. Deze gedwongen vorm van meditatie maakt dat ik rustig aan mijn dag begin. Ik merk ook dat ik hier veel minder stress heb en zie rondom mij. We zouden in het Westen nog kunnen leren van deze levenswijze. Nog nooit keek iemand raar indien ik niet op 8u30 stipt aanwezig was op mijn stageplek. De middagpauze duurt ook bijna 2uur. Je hebt dus tijd om op te laden tijdens je dag door. Heel wat anders dan stage lopen in een Belgische school. Ik zeg niet dat iets beter/slechter is, maar wel dat we anders zouden kunnen kijken naar het begrip ‘tijd’. Op mijn stageplek liep het eerst even wat moeizamer. Na mijn afwezigheid was alles wat ik opgebouwd had, weer verdwenen. Wel merkte ik dat er meerdere leerlingen zich begonnen te hechten (na 3 (!) weken onvoorwaardelijke aandacht en affectie te proberen geven). Hierbij kwam meteen ook de verlatingsangst kijken. Elke dag vragen er kinderen of ik de dag erna aanwezig zal zijn. Het moet heel moeilijk zijn voor hen, het basisvertrouwen in zorgfiguren ontbreekt bij velen omdat 1 of beide ouders niet correct voor hen zorgde op jonge leeftijd. Of plots verdween. Nu gaan ze elke dag naar een centrum waar er, net als bij hen thuis, geen enkele stabiliteit is. Regels en vrijwilligers komen en gaan. Geen wonder dat ze enkel om hun broers en zussen lijken te geven en deze ook extreem beschermen met geweld indien nodig. Alle andere figuren kunnen toch verdwijnen, maar broers zijn voor altijd. Wat heel leuk is om te zien, is dat mijn beloningssysteem van sterretjes vruchten begint af te werpen. Elke dag krijgen de kinderen die respect toonden aan elkaar, zichzelf, ons en materiaal, een ster. Een kind dat zich onderscheidde, krijgt er nog een gouden ster bij. Ik hoor soms dat een broertje zegt ‘luister naar haar, anders ga je geen ster krijgen vandaag’. Aan de sterren zijn ook prijzen gebonden, maar pas na 3 weken (kinderen kiezen normaal gezien niet voor uitgestelde beloningen) dus de goede werking ervan verbaast mij eigenlijk wel wat. Misschien is de ster op zich een groot genoege beloning voor hun dagelijkse goed gedrag. Sommige, normaal gezien stoutere kinderen, vragen mij dan ook of ze zich goed gedragen hebben die dag. Ik vraag hen steeds wat zij denken en beaam dat het goed was (indien dit zo was natuurlijk). Als laatste vertrok ik dit weekend naar Otavalo, een bergdorp in het Noorden van Ecuador. De grootste artisanale markt van Ecuador vind je daar terug. Je kan ook een dierenmarkt bezoeken tussen 5u -7u30 ’s ochtends, maar je moet je dierenrechten even aan de kant kunnen zetten hiervoor. Dieren zijn hier een ‘goed’, geen vriend. Je verkoopt en koopt deze voor het vlees, de manier van ermee omgaan is dus anders. Je kan ook naar de omliggende dorpen van Otavalo. Cotacachi bijvoorbeeld is een inactieve vulkaan met een groot meer in de krater ervan gelegen. Je kan rond de wanden stappen op 4000 m hoogte! Je hebt ook een dorpje Cuiroga waar ze gespecialiseerd zijn in lederbewerking. Er waren heel mooi afgewerkte handtassen, jassen, riemen, etc. van alle kwaliteiten te vinden. Op onze laatste dag bezochten we het stadje Peguche, waar je een enorme waterval vindt. Adembenemend gewoon, zo midden in de natuur. Zoals je hoort was het een heel druk weekend, maar heel leerrijk. Ik zei ook vaak tegen Natacha, een andere Belgische studente die stage doet in het Nevelwoud om kolibries te onderzoeken in Ecuador, dat het wel vakantie leek. Plots sprak ik weer Nederlands, werd mijn hele routine doorbroken en gingen we op restaurantjes die slechts 3$ vroegen voor een warme maaltijd. Heerlijk, er zo even tussenuit. Maar toch ben ik blij om nu weer in mijn huisje te zitten en mijn dagelijkse routine weer op te pikken. Het is alweer even geleden, regelmatig schrijven is lastiger dan gedacht. Maar bij deze: alles gaat vlotjes. Mijn stagekinderen dwingen mij om mij elke dag aan te passen en nieuwe oplossingen te zoeken voor de nieuwe uitdagingen. Zo leer ik veel nieuws bij en merk ik ook dat ik best wel goed ben in dit werk. Het is niet echt lesgeven maar eerder opvoeden en het coördineren van mijn team en onze structuur. Zo merkte ik bijvoorbeeld dat de leerlingen die klaar zijn met hun huiswerk de boel op stelten zetten en andere kinderen aansporen om mee te doen. Ik zocht nieuwe manieren om iedereen de hele tijd bezig te houden en ik organiseerde een hoekenwerk in de klas. De kinderen die al klaar zijn of geen huiswerk hebben, komen bij mij en zo kan iedereen rustig verder werken. Wat ik ook begin te ondervinden is dat de leerlingen het gevoel hebben dat ik een vaste waarde ben, dus dat ze zich een beetje openstellen. Een klein kiertje. Wat bijvoorbeeld heel fijn is om te zien, is dat er een groepje jongens vaak tegendraads doet maar wanneer ik hen Engels aanleer dan heb ik plots hun volledige aandacht. Er wordt enorm opgekeken naar deze taal en naar de USA. Of wat ook leuk was, was dat mijn systeem van beloningssterren ervoor zorgde dat kinderen bijna vochten om mij te helpen bij vanalles, zodat ze de gouden ster zouden winnen. Ondertussen ondervond ik ook al hoe gevaarlijk de straten van Quito kunnen zijn voor een toeristisch meisje. Ik werd bijna bestolen nadat ik in de bibliotheek studeerde. Gelukkig kwamen enkele jongens mij waarschuwen en zorgden ze dat ik veilig thuisgeraakte. Ook alleen op straat lopen voelt vaak ongemakkelijk aan. Ik doe wel alsof ik geen Spaans begrijp, maar mijn lichaamstaal verraadt mij. Gelukkig heb ik hier al fantastische mensen leren kennen, dus is alleen lopen quasi nooit nodig: een extra shoutout naar mijn huisgenoten; fantastische mensen stuk voor stuk. Ik bezocht ook al unieke musea over Ecuadoraanse kunst, archeologische sites en het nationale museum van Ecuador. Het zijn allemaal pareltjes, en ik leerde er ook al een Ecuadoraan kennen die zijn kunstexpertise inzet om mij verder rond te leiden in dit interessante land. Ik heb het gevoel dat ik op 3 maanden tijd Quito alleen nog niet ga kennen, laat staan de rest van Ecuador. Vrijdag hadden de bacteriën van mijn leerlingen mij te pakken. Ik werd zwaar verkouden en dit werd gevolgd door een zware griep. Ik heb veel geslapen, uitgeziekt en voelde mij echt ellendig, maar had het geluk om hier thuis zo goed verzorgd te worden. Elke 20 minuten stond er wel 1 van mijn huisgenoten in mijn kamer om te vragen hoe het ging en of ze iets konden doen. Bijna vermoeiend, maar ontzettend lief. Morgen ben ik normaal weer sterk genoeg om stage te geven en al mijn zaakjes in orde te brengen. Ik had veel gepland met de kinderen: we knutselen een individueel paspoort waar al hun beloningen van dit jaar in komen te staan. 2-wekelijks is er een prijsuitreiking voor de verdiende ‘badges’ en op het einde van het jaar komen er grotere prijzen. Ik vond bijvoorbeeld via via een voetbaltrainer die de leerlingen gratis wou trainen in de zomer. Met dit paspoort, gemaakt uit goud/zilver/en andere blinkende kleuren, proberen we de hele werking te stimuleren: het op tijd komen, de waarden die ik hen aanleer a.d.h.v. sterren, zich extra inzetten voor projecten in de bibliotheek, … Ik organiseerde ook een hele show rond deze paspoorten: we onderzochten mijn paspoort eerst en daarna namen we foto’s van iedereen en werd iedereen ook opgemeten. Het was heel motiverend om iedereen zo aandachtig aan het werk te zien. Deze laatste week en half was een echte rollercoaster dus, maar hé ik ben hier graag! Mijn eerste stageweek zit erop! Het was de meest intense startweek ooit, aangezien ik eigenlijk niet voorbereid was op de leerlingen waarmee ik zou werken. Ik wist wel dat ze uit moeilijke gezinssituaties kwamen, maar ik dacht dat deze kinderen even leergierig of gemotiveerd waren als andere kinderen waar ik normaal gezien mee werk. Ik had onbedoeld het beeld in mijn hoofd waar ik als buitenlander door de kinderen op handen gedragen zou worden. Het tegendeel is waar: ik moet mij dubbel zo hard bewijzen als een Ecuadoraanse leerkracht. Ik ben namelijk een buitenlandse vrijwilliger, dus ik heb in de ogen van de leerlingen niets te zeggen. De leerkrachten gaan anders te werk dan ik gewoon ben, dus ook dit is even wennen. Ik merk ook dat ik mij tegenover mijn team moet bewijzen als vrijwilliger: er is zoveel doorstroom van vrijwilligers, dat niet veel mensen zelfs een indruk achterlaten. De kwaliteit qua vrijwilligers is uiteenlopend, maar dat is overal zo. En de verwachtingen over mij liggen hoog (ik ben een leerkracht, integendeel tot de andere vrijwilligers) en deze worden ook meteen uitgesproken. Ik moest de eerste dagen enkele keren slikken en diep inademen, maar na deze week kan ik zeggen; ik ben er klaar voor. Vandaag leerde ik de leerlingen uit de namiddaggroep kennen. Er werd mij gevraagd om ook hier enkele dagen mee te draaien, zodat ik zeker ben waar ik mijn bachelorproef wil schrijven: in de ochtendgroep of in de middaggroep. En raar maar waar, ik miste mijn moeilijke leerlingen. Alles gaat zoveel moeizamer in de ochtendgroep, maar ook daarom dat ik zoveel voldoening haal uit kleine mijlpalen. Een leerling die meteen doet wat ik vraag, een moment dat de leerlingen elkaar niet in de haren vliegen of wanneer iedereen, al is het voor 3 minuten lang, doet wat ik vraag. In Ecuador krijgen leerlingen (net zoals in vele andere Zuid-Amerikaanse landen) een halve dag les. Ouders moeten werken, dus de kinderen moeten deze uren ergens naartoe. Indien niemand voor hen kan zorgen, lopen zij op straat rond of verkopen zij ook om mee te helpen met het inkomen. De straten zijn geen plek voor kinderen, er is drugs en er kan vanalles gebeuren. Het doel van mijn stageplek is om kinderen van de straat te houden en een plek te geven waar ze veilig zijn en onder begeleiding hun huiswerk maken en leren. Ze krijgen ook een middagmaal. Mijn school ligt in een slechtere buurt. Onze doelgroep zijn dan ook de kinderen uit deze buurt: vaak kinderen van landbouwers, marktkramers of van de Indigenas (de oorspronkelijke bevolking, niet vermengd met Spanjaarden). De gezinssituaties zijn bedroevend, sommige kinderen hebben op hun 6 jaar al meer meegemaakt dan anderen ooit zullen meemaken. Ik merk al snel hoe bevoorrecht ik ben opgevoed, ik kreeg alle kansen aangeboden en moest ze alleen maar zelf grijpen. Mijn eerste doel met de kinderen is hen respect leren tonen naar de vrijwilligers (en vooral naar mij toe). Ik kan enkel iets opbouwen met hen indien ze mij aanvaarden. Een andere vrijwilligster werkt sinds september met deze groep en nog steeds loopt alles uit de hand indien er geen autoriteitsfiguur in de buurt is. Ik probeer haar wel te ondersteunen en zij mij, dus hopelijk kunnen we samen vooruitgang boeken. Om respect aan te leren, probeer ik deze week een beloningssysteem te introduceren. We zullen elke 14 dagen werken rond 1 waarde. We beginnen met een verhaal rond deze waarde en voeren daarna een klasgesprek. De kinderen geven aan wat zij onder deze waarde verstaan en of zij dit belangrijk vinden. Ik geef aan wat ik van hen verwacht hieromtrent en vraag wat zij van mij verwachten. Dagelijks kunnen zij 1 waardester verdienen: deze 2 weken zijn dit respectsterren. Als zij op 10 dagen tijd 6 sterren verdienen, mogen zij een prijs uit mijn prijzenkoffer kiezen. Dit zijn hebbedingetjes voor kinderen: gekleurde balpennen, scherpers, 3D-stickers, rekkertjes voor je haar, … Voor een leerling die doorheen de dag uitzonderlijk goed gedrag toont of een mooie daad verricht, heb ik ook een gouden ster. Deze sterren worden tijdens het middagmaal uitgedeeld wanneer we allemaal samen eten. Een beetje sociale druk dus. Hoe beter ik mijn leerlingen leer kennen, hoe beter ik hun gedrag begrijp. Deze voorbije dagen zocht ik veel lectuur op over hoe ik kon omgaan met moeilijke kinderen. Een zin die mij bijbleef was: “Leer je leerlingen kennen, want eens je iemand kent is het heel moeilijk om deze persoon te verwerpen. Je kan enkel radicaal tegen iets of iemand zijn indien je niets van deze persoon af weet.” En dat merk ik na een week al. Het zijn moeilijke leerlingen, maar het zijn wel míjn moeilijke leerlingen. Mijn aankomst in Quito was, na wat gedoe bij de douane, bijzonder vlot. Er stond een taxi aan de luchthaven om mij op te wachten en aangezien hij ook een parttime gids is, leerde ik tijdens de taxirit al wat fijne plekjes kennen. Toegekomen in mijn nieuwe huisje kreeg ik meteen echte Venezolaanse ‘empanada con queso’ aangeboden en een rondleiding door het huisje. Mijn favoriete plekje werd meteen het dakterras, daar heb je een magnifiek zicht over Quito. Daarnaast zijn er 3 verdiepingen en elke verdieping heeft een salon met zetels en een televisie. Er is ook een gedeelde keuken, twee badkamers en een eetruimte. Het huis voelt ruim en huiselijk aan, versiert met religieuze schilderijen en beelden zoals het hoort bij een standaard Ecuadoraan. De huisbazin Doña Marcela is een geboren en getogen Quiteen die bij ons inwoont. Je moet je een beetje een actieve oma voorstellen, want net zoals elke goede oma zorgt ze goed voor al haar gasten (Elke keer dat ze mij zag kreeg ik cocasnoepjes en cocatheetjes tegen de hoogteziekte aangeboden). Ze gaat uiteraard dagelijks naar de kerk en polst dan ook meteen hoe gelovig ik ben. Vroeger was ze ook een leerkracht, we hebben dus veel om over te praten. Verder worden er momenteel 5 kamers verhuurd, waardoor er een interessante mix van mensen samenkomt. Je hebt een Venezolaans gezin met 1 dochter, een ex-Cenitvrijwilligster die op bezoek is voor 3 weken, de bibliothecaresse van Cenit en ik. De beste klik heb ik met de Ukraïnische ex-cenitvrijwilligster Oleena, zij is net iets ouder dan mij en heeft een gelijkaardig wereldbeeld. Onze gesprekken zijn nogal filosofisch en idealistisch: we vonden samen een nieuw schoolsysteem uit dat voor elk kind zou werken, spraken over onze waarden en normen en hoe deze anders zijn bij anderen en over onze toekomstdromen. We deden dit met een lekker stukje Belgische chocolade en coca-thee natuurlijk. Cocathee en cocasnoepjes komen van de cocaplant. Deze plant komt op grote hoogtes voor en helpt tegen de hoogteziekte, waar ik jammer genoeg veel last van heb gehad. Dankzij de cocaplant, waarvan ook cocaïne wordt gemaakt, neemt het uithoudingsvermogen toe, verbetert de ademhaling en de zuurstofwisseling, en wordt het verbruik van glucose gereguleerd. Een ideaalmiddeltje tegen hoogteziekte dus. Quito ligt op 2875 meter, bijna 3000 meter hoger dan België. Je lichaam heeft enkele dagen nodig om zich aan te passen door extra rode bloedcellen aan te maken. Tot op dat moment ben je enorm uitgeput bij elke inspanning (maar dus echt doodop van 1 verdieping trappen af te stappen), krijg je steeds hoofdpijn en kan je heel misselijk worden. Ik had mijn aanpassingsvermogen overschat en lag bijgevolg 2 dagen in bed. Maar geen nood, want ik leerde mijn huisgenoten beter kennen en had eens wat tijd voor mijzelf. Zonder prangende deadlines kon ik langzaam opladen en voelde ik mij, mentaal toch, zeer goed. Langzaam kon ik het buurtleven wat leren kennen. Zaterdag gingen we samen naar markt, wat een echte beleving was. Onderweg naar de markt koop je al de helft van je boodschappen: overal op straat zitten er mensen en zij verkopen alles aan 1$; verse groenten, heerlijk fruit en vele soorten bonen. Op de markt koop je de laatste benodigdheden en drink je een verse fruitsap met wat proevertjes van bonen, noten en andere vruchten. Je kan elk deel van een dier kopen: kippenpoten, kippenhoofden, varkenspoten, alle magen van een koe, … Aan verspilling van eten wordt niet gedaan, plastiek daarentegen is een ander verhaal. Aangezien ik blank en slank ben, bruin krullend haar heb en 20 cm boven de gemiddelde Ecuadoraan uitsteek, trek ik veel aandacht op straat. Mensen willen weten vanwaar ik ben en schatten mij vaak als Spanjaard in. Ik voel mij alleen op straat nog niet helemaal op mijn gemak. Maar eens ik de buurt wat beter ken, zal dit zeker beteren. Ik bezocht daarna ook het huis van Sucré en kuierde langs de calle Sucré waar je artesanía kan kopen (handgemaakte kunstwerken, juwelen, tassen,…). Je krijgt hier een echt vakantiegevoel dankzij de warmte en de gezelligheid van mensen op straat en live muziek. Zondag moest ik al afscheid nemen van Oleena, ze had wat tegenslagen gehad dus ze zette haar reis vroeger stop. Aangezien we elke zondag met alle huisgenoten samen koken, was haar laatste avond echt gezellig. We aten een heerlijk gerecht waar ik de naam van vergeten ben en keken samen naar de maansverduistering op het terras, liggend op dekentjes. Quito is ’s nachts een andere stad. Het is op ons terrasje rustig en je voelt je speciaal zo dichtbij de sterren en tussen de bergen en vulkanen. De huisjes zie je niet meer, enkel lichtjes en kerken. Het is er vredig en echt waar - heel erg mooi. |
Archivo
March 2019
Categorías |